Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Manoach: Nu, [13]dat Uw woorden komen; [maar] wat zal des knechtjes [14]wijze en zijn werk zijn? 13. Of, elk een van uw woorden; dat is, al uw woorden moeten uitkomen, of vervuld worden. 14. Dat is, hoe zullen wij met hem handelen, wat zullen wij in zijn opvoeding waarnemen?